Aanleiding en vraagstelling
Verlichting is een duidelijk waarneembare verandering in ons milieu: assimilatielampen in kassen, beveiligingsschijnwerpers in tuinen, verlichte wegennetten, xenon-projecties op monumentengevels, witverlichte sportparken en reclameborden langs wegen. Licht lijkt een onlosmakelijk bijeffect van de verstedelijking en de 24-uurs-economie. Echt donkere plekjes zijn zeldzaam. Slecht afgeschermde lichtbronnen veroorzaken veel stoorlicht, dat niet op de wegen of straten valt, maar omhoog straalt. Verlichting vergt energiegebruik. Naast economische en ecologische schade, kent lichtvervuiling ook ethische en esthetische bezwaren. De nacht wordt steeds meer bedreigd door openbare- en privéverlichting. Voor lichthinder bestaan een aantal richtlijnen. Ze gelden algemeen als maatgevend en worden onder andere bij sportvelden en openbare verlichting geraadpleegd. Naast deze richtlijnen bestaan er in Nederland geen specifieke wetten rond lichthinder. Er zijn wel mogelijkheden in de bestaande regelgeving om lichthinder te voorkomen.
Doel
Het inzichtelijk maken van de ontwikkelingen en de gemeentelijke beleidsvrijheid binnen het thema licht, het afstemmen over dit beleid met gemeenten in de regio en andere overheden en het coördineren van de uitvoering hiervan.
Beoogde resultaten
- Overzicht van de bestaande wettelijke mogelijkheden;
- Overzicht van de stand van zaken in de gemeenten;
- Een bijeenkomst over lichthinder in de vorm van workshops.
- De regionale lichtvisie.
- Presentatie van de lichtvisie.
Aanpak
stap 1: inventariseren stand van zaken gemeenten
In het AOL-overleg de aftrap van het project inluiden. Hierbij wordt geïnventariseerd wat er zoal speelt in de gemeente, welke projecten lopen en wie mee wilt werken aan het opstellen van de visie. De deelnemers vullen hiertoe een aftrapformulier in. De aftrap staat voor eind februari op de planning.
stap 2: Inventariseren van bestaande wettelijke mogelijkheden
Een desk-studie samen met een cursusdag worden besteed om de bestaande wettelijke mogelijkheden te inventariseren. Het resultaat is een overzicht van de bevindingen van deze studie. De resultaten hiervan worden eind juni opgeleverd.
stap 3: Organisatie bijeenkomst over lichthinder
Hierbij kunnen de gemeenten in de regio, hun ervaringen delen. Externe partijen en deskundigen participeren in het proces. Onderwerpen zijn: welke bronnen zijn hinderlijk, hoe is de hinderbeleving, waar moet de visie zich op richten, welke keuzemogelijkheden zijn er, en hoe kunnen we van elkaars ervaringen en kennis gebruik maken. De bijeenkomst is gepland voor het najaar.
stap 4: Opstellen regionale lichtvisie
Na bovenstaande stappen wordt een regionale beleidsvisie opgesteld. Hierbij wordt de input van de gemeenten gebruikt. Eind 2010 wordt de visie opgeleverd. De lichtvisie wordt aan de beleidsambtenaren van het AOL en aan het bestuur van het RMB gepresenteerd.
Personele inzet RMB
Projectleider: Stefan Hermsen
Medewerker: Arthur Hofstad, Sanne van Deelen, Marc Jacbos
Planning
startdatum: februari 2010
beoogde einddatum: december 2010
stap 1: februari-maart
stap 2: april-juli
stap 3: augustus-oktober
stap 4: oktober-december
Geen opmerkingen:
Een reactie posten