In het kader hiervan verwijs ik naar de antwoorden die op internet zijn te vinden van het VNG en Infomil, maar zeker ook naar hoofdstuk 5 van het Handboek licht/donker van IPO. Hierin is heel duidelijk aangegeven hoe de Wet milieubeheer het thema lichthinder regelt. Het handboek vind je hier.
Vraag
Hoe kan lichthinder of de bescherming van het donkere landschap worden gereguleerd onder het Activiteitenbesluit?
Zowel op de site van Infomil als op de site van VNG is een antwoord te vinden.
Antwoord infomil
Lichthinder en de bescherming van het donkere landschap kunnen gereguleerd worden op grond van de zorgplicht.
Lichthinder
Onder de zorgplicht met betrekking tot lichthinder valt het voorkomen dan wel, voor zover dat niet mogelijk is, tot een aanvaardbaar niveau beperken van hinderlijke lichtverschijnselen voor omwonenden als gevolg van lichtinstallaties, toestellen, windturbines, gebouwen of werkzaamheden. Verlichting kan voor omwonenden hinder veroorzaken.
Verlichting kan voor omwonenden hinder veroorzaken. Vaak wordt overlast veroorzaakt door schijnwerpers die zijn geplaatst als inbraakpreventie of door lichtbakken voor reclamedoeleinden. Door schijnwerpers of armaturen zorgvuldig af te stellen en te richten kunnen klachten veelal worden verholpen. Naast de intensiteit van directe en indirecte lichtinstraling kan er ook door knipperen, flikkeren of kleur hinder door verlichting ontstaan.
Gezien het feit dat lichthinder een zeer locatiegebonden probleem is, vraagt dit om lokaal maatwerk. In de praktijk blijkt dit ook goed te werken. Knelpunten worden over het algemeen in goed overleg tussen bevoegd gezag en inrichting opgelost. Voor de vaststelling of er sprake is van hinder is geen universele definitie van het begrip «lichthinder» beschikbaar. Wel kunnen de «Algemene Richtlijnen betreffende lichthinder» van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) als uitgangspunt worden gehanteerd.
In de uitspraak ABRvS 200404986/1, d.d. 9 februari 2005, heeft de Afdeling positief geoordeeld over door het bevoegd gezag middels nadere eis op basis van voorschrift 4.5.1 van het Besluit HSR opgelegde normen voor de verticale verlichtingssterkte en de lichtsterkte bij de dichtstbij gelegen woonbebouwing. Vervolgens zijn er voorzieningen opgelegd die nodig zijn om aan de gestelde normen te voldoen. Bij het opleggen van deze nadere eis heeft het bevoegd gezag zich gebaseerd op de "Algemene richtlijn betreffende lichthinder" van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV).
Lichthinder kan ook worden beperkt door een gebruiksafspraak tussen de gehinderden en de gebruiker van de installatie. Het bevoegd gezag kan zo nodig bij maatwerkvoorschrift een gebruiksafspraak tussen de gehinderden en de gebruiker van de installatie vastleggen.
Bij de activiteit "het bieden van gelegenheid voor het beoefenen van sport" is in artikel 4.113 een voorschrift opgenomen m.b.t. de tijden waarop verlichting ten behoeve van sportbeoefening op sportterreinen dient te zijn uitgeschakeld. Met dit voorschrift is voor deze activiteit het aspect uitschakelen van de sportverlichting uitputtend geregeld. Dit betekent onder meer dat het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift geen andere tijden kan opleggen waarop de verlichting uitgeschakeld moet zijn.
Wel blijft de zorgplicht van toepassing op de wijze waarop de verlichting wordt uitgevoerd, omdat omtrent dat aspect het besluit geen voorschriften stelt.
Windturbines kunnen slagschaduwen en schittering veroorzaken. Door de juiste coating, frequentie en zo nodig stilstandvoorzieningen kan dit voorkomen of in elk geval beperkt worden tot een aanvaardbaar niveau.
Bescherming van het donkere landschap
Onder de zorgplicht valt eveneens het beschermen van de duisternis en het donkere landschap in door het bevoegd gezag aangewezen gebieden. Indien er een dergelijke beleidsregel, verordening of bestemmingsplan van rijk, provincie of gemeente bestaat, kan het bevoegd gezag door middel van een maatwerkvoorschrift maatregelen of voorzieningen opleggen om de duisternis en het donkere landschap te beschermen. Ook in dit geval kunnen de bovengenoemde NSVV richtlijnen worden gebruikt als richtsnoer.
In de Wet milieubeheer wordt onder de gevolgen voor het milieu onder andere gevolgen voor het fysieke milieu gezien vanuit het belang van de bescherming van landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden verstaan (art. 1.1 lid 2 Wm). De Wm heeft dus ook de bescherming van de duisternis en het donkere landschap tot doel. Het bevoegd gezag kan op basis van de zorgplicht van artikel 2.1 een maatwerkvoorschrift stellen met betrekking tot de te treffen maatregelen of voorzieningen ter bescherming van de duisternis en het donkere landschap, indien de inrichting is gelegen in een gebied waarvoor in een beleidsregel, verordening of een bestemmingsplan eisen ten aanzien van de bescherming van de duisternis of het donkere landschap zijn vastgesteld. Er bestaat overigens geen meet- en onderzoeksverplichting voor de drijver van de inrichting.
Antwoord VNG
Artikel 2.1 Activiteitenbesluit, tweede lid, onder h en q geeft hier handvatten voor. · Onderdeel h geeft aan dat: Een drijver van een inrichting de zorgplicht heeft voor het voorkomen, dan wel zover dat niet mogelijk is het tot een aanvaarbaar niveau te beperken, van lichthinder. · Onderdeel q geeft aan dat: Het bevoegd gezag de mogelijkheid heeft tot het beschermen van de duisternis en het donkere landschap in door bevoegd gezag aangewezen gebieden. Hoe ga ik hier mee om als gemeente? Indien er hinder is vanwege licht door een inrichting, dan kan een gemeente op basis van artikel 2.1, tweede lid, onderdeel h hier tegen optreden. Hiertoe kan de gemeente een maatwerkvoorschrift vaststellen (voor zover dit aspect niet elders in het besluit uitputtend is geregeld, zie artikel 2.1, derde lid) . Een voorbeeld van een onderdeel dat uitputtend is geregeld zijn de tijdstippen waarop de verlichting bij sportvelden uitgeschakeld zijn. Lid h van artikel 2.1 is meer toegespitst op hinder die kan worden ervaren door omwonenden. Dit zal dus meer in stedelijke gebieden voorkomen. Indien een gemeente de donkerte van het landschap als geheel wil beschermen, dan kan men onderdeel q van arikel 2.1, tweede lid, Activiteitenbesluit toepassen. Dit zal meer het geval zijn in landelijke gebieden waar wellicht geen direct omwonenden zijn die hinder ondervinden van de lichtbronnen, maar waar wel een wens is om een donker landschap te beschermen. In onderdeel q staat beschreven dat het bevoegd gezag hiertoe wel eerst gebieden aan moet wijzen. Het bevoegd gezag is in het Activiteitenbesluit gedefinieerd als het College van b & w. De toelichting van het Activiteitenbesluit geeft als mogelijke wijze om een gebied aan te wijzen een beleidsregel, een verordening, of een bestemmingsplan aan. In overleg met het ministerie van VROM raden wij aan om hiervoor gebruik te maken van een beleidsregel. Een verordening (zoals de APV) en een bestemmingsplan worden immers door de gemeenteraad vastgesteld, waarmee wordt gekozen door een ander bevoegd gezag dan is bedoeld in onderdeel q van artikel 2.1, tweede lid. Een beleidsregel kan zowel door een gemeenteraad als wel door het college van b & w worden vastgesteld. Wij raden aan om dit te laten vaststellen door het college, om te kunnen voldoen aan de eisen van onderdeel q met betrekking tot het bevoegd gezag.
donderdag 26 augustus 2010
donderdag 12 augustus 2010
Bedrijvenlijst 'licht'
Een rondvraag bij een aantal beheerders van de openbare verlichting in onze regio leverde een shortlist van bedrijven op, die zich bezighouden met het onderwerp 'Licht'. Gevraagd is om aan te geven met welke fabrikanten en adviesbureaus de gemeenten samenwerken. Het resultaat is hieronder aangegeven. Ik heb bewust geen waarde-oordeel gekoppeld aan de bedrijvenlijst.
Adviesdiensten:
- Nobra Technisch Adviesbureau
- Hoogveldgroep
- Tauw
- Spectrum
Fabrikanten:
- Avalite
- Hoogearts
- Indal
- Industrielicht
- Innolumis
- KS
- Ledexpert
- Light international
- Lighttronics
- Phayton
- Philips
- Ruud lighting
- Schréder
- Uniquelights
Naast de shortlist kreeg ik nog een link toegestuurd met daarop een overzicht van nog meer bedrijven. Op de website van straatbeeld.nl staat een uitgebreidere lijst, zie:
http://www.straatbeeld.nl/leveranciers/openbare-verlichting
Adviesdiensten:
- Nobra Technisch Adviesbureau
- Hoogveldgroep
- Tauw
- Spectrum
Fabrikanten:
- Avalite
- Hoogearts
- Indal
- Industrielicht
- Innolumis
- KS
- Ledexpert
- Light international
- Lighttronics
- Phayton
- Philips
- Ruud lighting
- Schréder
- Uniquelights
Naast de shortlist kreeg ik nog een link toegestuurd met daarop een overzicht van nog meer bedrijven. Op de website van straatbeeld.nl staat een uitgebreidere lijst, zie:
http://www.straatbeeld.nl/leveranciers/openbare-verlichting
Lichthinder in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
Naar aanleiding van de vraag van Twan van den Broek van de gemeente Veghel heb ik van een aantal gemeenten de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gescand op lichtgerelateerde voorschriften. Conclusie is dat ten aanzien van reclame uitingen beperkt voorschriften worden opgenomen, maar wel dat de meeste gemeenten een voorschrift ten aanzien van het langer aanhouden van verlichting van sportvelden in de APV hebben opgenomen. Hieronder in het kort de bevindingen.
Van de gemeente Landerd, Eindhoven, Stadskanaal, Wageningen, Rotterdam, Veghel, Uden, Geldrop/Mierlo, Oss, Lelystad en Tholen zijn de APV’s onderzocht. Een aantal gemeenten hebben een algemeen voorschrift dat regelt dat het verboden is om aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren die zichtbaar is vanaf de weg. Een voorbeeld van een artikel is hieronder opgenomen:
Artikel Ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclames e.d.
Het is verboden om op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is.
Het college is bevoegd nadere regels te geven met betrekking tot aard, plaats, afmetingen, vormgeving, kleur en intensiteit van verlichting van reclames.
In de in het vierde lid bedoelde nadere regels kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende gebieden van de gemeente, tussen soorten van bebouwing alsmede tussen soorten van gebruik van bebouwing, erven en terreinen.
Ten aanzien van de verlichting van sportvelden tijdens festiviteiten is in een aantal APV’s aangegeven dat de verlichting langer dan tot 23.00 uur aan mag blijven, zoals is gesteld in het Activiteitenbesluit. Hieronder de betreffende artikelen uit de APV en het betreffende voorschrift uit het Activiteitenbesluit.
Artikel Aanwijzing collectieve festiviteiten
De beperking met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening op sportterreinen, artikel 4.113, lid 1 van het Besluit , geldt niet voor door burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer kernen en/of wijken van de gemeente.
Artikel Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten, waarbij artikel 4.113 lid 1 van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis heeft gesteld.
Burgemeester en wethouders stellen een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.
Activiteitenbesluit
§ 4.8.5 Bieden van gelegenheid voor het beoefenen van sport
Artikel 4.113
1. De verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht is uitgeschakeld:
a. tussen 23.00 uur en 07.00 uur; en
b. indien er geen sport beoefend wordt noch onderhoud plaatsvindt.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op dagen of dagdelen in verband met:
a. de viering van festiviteiten die bij of krachtens een gemeentelijke verordening zijn aangewezen, in de gebieden in de gemeente waarvoor de verordening geldt;
b. de viering van andere festiviteiten die plaatsvinden in de inrichting, waarbij het aantal bij of krachtens een gemeentelijke verordening aan te wijzen dagen of dagdelen niet meer mag bedragen dan twaalf per kalenderjaar;
c. door het bevoegd gezag aangewezen activiteiten in een inrichting, anders dan festiviteiten als bedoeld in onderdeel b, waarbij het aantal aan te wijzen dagen of dagdelen gebaseerd op dit artikel tezamen niet meer bedraagt dan twaalf dagen per kalenderjaar.
3. Een festiviteit of activiteit als bedoeld het tweede lid die maximaal een etmaal duurt, maar die zowel voor als na 00.00 uur plaatsvindt, wordt hierbij beschouwd als plaatshebbende op één dag.
Een laatste bijzonder artikel, die in alle APV's wel staat, is onderstaande. Hierin is vermeld dat het artikel dat de vergunningplicht van lichtreclame regelt, is vervallen. Wellicht dat dit te maken heeft met de invoering van het Activiteitenbesluit....
Artikel Vergunningsplicht lichtreclame
[ vervallen ]
Van de gemeente Landerd, Eindhoven, Stadskanaal, Wageningen, Rotterdam, Veghel, Uden, Geldrop/Mierlo, Oss, Lelystad en Tholen zijn de APV’s onderzocht. Een aantal gemeenten hebben een algemeen voorschrift dat regelt dat het verboden is om aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren die zichtbaar is vanaf de weg. Een voorbeeld van een artikel is hieronder opgenomen:
Artikel Ontsierende, hinderlijke of gevaarlijke reclames e.d.
Het is verboden om op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is.
Het college is bevoegd nadere regels te geven met betrekking tot aard, plaats, afmetingen, vormgeving, kleur en intensiteit van verlichting van reclames.
In de in het vierde lid bedoelde nadere regels kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende gebieden van de gemeente, tussen soorten van bebouwing alsmede tussen soorten van gebruik van bebouwing, erven en terreinen.
Ten aanzien van de verlichting van sportvelden tijdens festiviteiten is in een aantal APV’s aangegeven dat de verlichting langer dan tot 23.00 uur aan mag blijven, zoals is gesteld in het Activiteitenbesluit. Hieronder de betreffende artikelen uit de APV en het betreffende voorschrift uit het Activiteitenbesluit.
Artikel Aanwijzing collectieve festiviteiten
De beperking met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening op sportterreinen, artikel 4.113, lid 1 van het Besluit , geldt niet voor door burgemeester en wethouders per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer kernen en/of wijken van de gemeente.
Artikel Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal zes incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten, waarbij artikel 4.113 lid 1 van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit burgemeester en wethouders daarvan in kennis heeft gesteld.
Burgemeester en wethouders stellen een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.
Activiteitenbesluit
§ 4.8.5 Bieden van gelegenheid voor het beoefenen van sport
Artikel 4.113
1. De verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht is uitgeschakeld:
a. tussen 23.00 uur en 07.00 uur; en
b. indien er geen sport beoefend wordt noch onderhoud plaatsvindt.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op dagen of dagdelen in verband met:
a. de viering van festiviteiten die bij of krachtens een gemeentelijke verordening zijn aangewezen, in de gebieden in de gemeente waarvoor de verordening geldt;
b. de viering van andere festiviteiten die plaatsvinden in de inrichting, waarbij het aantal bij of krachtens een gemeentelijke verordening aan te wijzen dagen of dagdelen niet meer mag bedragen dan twaalf per kalenderjaar;
c. door het bevoegd gezag aangewezen activiteiten in een inrichting, anders dan festiviteiten als bedoeld in onderdeel b, waarbij het aantal aan te wijzen dagen of dagdelen gebaseerd op dit artikel tezamen niet meer bedraagt dan twaalf dagen per kalenderjaar.
3. Een festiviteit of activiteit als bedoeld het tweede lid die maximaal een etmaal duurt, maar die zowel voor als na 00.00 uur plaatsvindt, wordt hierbij beschouwd als plaatshebbende op één dag.
Een laatste bijzonder artikel, die in alle APV's wel staat, is onderstaande. Hierin is vermeld dat het artikel dat de vergunningplicht van lichtreclame regelt, is vervallen. Wellicht dat dit te maken heeft met de invoering van het Activiteitenbesluit....
Artikel Vergunningsplicht lichtreclame
[ vervallen ]
Abonneren op:
Reacties (Atom)