Voor de aanpak van lichthinder zijn richtlijnen van het NSVV voorhanden. Dat lichthinder middels het vergunningen instrument te regelen is, is ons eerder al duidelijk geworden. Maar wat houden die richtlijnen nu in en welke bronnen zijn hierin opgenomen.
Richtlijnen lichthinder
De Commissie Lichthinder van de NSVV, de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde, heeft voor lichthinder normen vastgesteld. Daartoe heeft men verschillende verlichtingstoepassingsgebieden en groepen van gehinderden in beschouwing genomen. Zo ontstonden er normen ter beperking van bepaalde activiteiten en gewenste & ongewenste effecten. Deze normering is gericht op het stellen van grenswaarden waaraan maximaal of minimaal voldaan moet worden. Een norm is een gezamenlijke afspraak om dingen gemakkelijker te maken. Een norm is geen wet. Behalve als een overheid, principaal of opdrachtgever de norm in zijn wet, bestek of instructie voorschrijft.
De algemene richtlijnen betreffende lichthinder bestaan nu nog uit 4 delen:
· Deel 1 algemeen en grenswaarden voor sportvelden
· Deel 2 terreinverlichting
· Deel 3 aanstraling van gebouwen en objecten buiten
· Deel 4 reclameverlichting
Deel 5 (openbare verlichting) en deel 6 (assimilatiebelichting) volgen nog. De richtlijnen kunnen worden besteld via de website van het NSVV.
Lichthinder
Het ten gevolge van een buitenverlichtingsinstallatie ontstaan van ongewenste visuele neveneffecten, bij meer dan een nader bepaald percentage van personen, buiten de groep van personen waarvoor de verlichtingsinstallatie oorspronkelijk bestemd is. Lichthinder dat buiten optreedt van bronnen binnen is niet geregeld in de richtlijnen.
Gehinderden zijn:
· omwonenden (een ieder die zich op een vaste plaats bevindt en gedurende langere tijd wordt blootgesteld aan lichtinval van installaties) zoals bewoners en medewerkers van omliggende bedrijven
· weggebruikers zoals automobilisten, wandelaars, fietsers
· waarnemers van wegsignalering zoals machinisten
· schippers
· astronomen
· dieren en alles wat groeit
Normen
De normen gelden per ecologische zone. Dit zijn:
· E1: natuurgebieden met zeer lage omgevingshelderheid. Voor de definitie wordt uitgegaan van de vastgelegde Ecologische Hoofdstructuur door de rijksoverheid;
· E2: gebieden met een lage omgevingshelderheid. In het algemeen buitenstedelijke en landelijke woongebieden;
· E3: gebieden met een gemiddelde omgevingshelderheid. In het algemeen woongebieden;
· E4: gebieden met een hoge omgevingshelderheid. In het algemeen stedelijke gebieden gecombineerd met woon- en industriegebieden met intensieve nachtelijke activiteiten.
Algemeen
Grenswaarden voor de lichtemissie van een verlichtingsinstallatie voor sportaccommodaties, terreinen, aanlichting, reclame, openbare verlichting en assimilatiebelichting ter voorkoming van lichthinder voor omwonenden.
Grenswaarden voor de gemiddelde luminantie van het aangestraalde deel van gevels en objecten.
Bescherming tbv observatoria
Maximale waarden voor de hoeveelheid licht die door een armatuur of lamp rechtstreeks naar boven mag worden uitgestraald ten opzichte van de totale hoeveelheid uitgestraald licht.
Minimale afstand tussen de zone van het observatorium en de volgende zone.
Reclame
Grenswaarden voor de maximaal toegestane gemiddelde oppervlakteluminantie van reclameborden en reclameobjecten.
Samenvatting van de parameters per brontype en soort gehinderde
Overzicht met de van toepassing zijnde objectief te bepalen parameters voor de verschillende delen.
E = verlichtingssterkte op een bepaald oppervlak in lux
Ev = verticale verlichtingssterkte op een gevel of waarnemer in lux
I = lichtsterkte van een armatuur of lamp in een bepaalde richting in candela
L = luminantie van een armatuur of oppervlak in een bepaalde richting in cd/m2
ULR = Upward Light Ratio, de door een armatuur direct naar boven uitgestraalde hoeveelheid licht in de positie waarvoor deze is ontworpen, in verhouding tot de totaal door de armatuur uitgestraalde hoeveelheid licht
TI = Treshold Increment, verhoging van de visuele contrastdrempel in %
T = kleurtemperatuur in K
En wat betekent dit voor een burger die 'last' heeft van de open, heldere beglaasde 100 w lamp van de buren die de gehele nacht schijnt...
BeantwoordenVerwijderenhoeveel lux zal er dan op mijn gevel staan? Ik kan binnen schaduwspel spelen of een boek lezen in het kunstmatige sterke schijnsel...
hoe kun je hier iets tegen doen? de buurman zegt: pech gehad, dan moet je de ogen maar dicht doen...
Indien u exact wilt weten hoeveel licht u op de gevel ontvangt, dan kunt u het beste contact opnemen met een lichtadviesbureau voor een meting. Een lijst van bedrijven vindt u elders op deze weblog. Vraag uzelf wel af hoeveel meerwaarde het heeft de exacte waarde te weten, omdat het in situaties zonder te meten evident kan zijn dat er van lichthinder sprake is. Het is nu zaak om de betrokkenen te bewegen hier wat aan te doen. Als zij in geen geval genegen zijn er iets aan te doen, dan heeft een meting ook geen zin. Een meting kan bijdragen dat u eerder in het gelijkgesteld wordt dat er sprake is van hinder.
BeantwoordenVerwijderenDe meest logische aanpak is inderdaad de buurman ervan verwittigen dat u last heeft. Het kost soms moeite deze ervan te overtuigen dat u er hinder van heeft, als het uberhapt al lukt. Bij geen medewerking, kunt u bijvoorbeeld voorstellen zelf een afschermende kap aan te brengen op zijn installatie. U kunt ook contact opnemen met uw gemeente, of zij iets voor u kunnen betekenen.